Numismatische Kring Utrecht

 

Publicatie van geschiedkundige stukken.

 

GEDENCKWEERDIGHE    GESCHIEDENISSEN  IN DE OOSTENRIJCKSE  NEDERLANDEN  UYT DE JAREN 1720, 1721, 1722   EN  1724.

 

Een stukje geschiedenis over de Oostendse  Oostindische Compagnie

 

WE SCHRIJVEN  HET VOORJAAR VAN  1720:

 

In het volgende jaer ( 1720 ) zyn uijt Oost-Indien  verscheyde schepen binnen Oostende aangekomen, als waeren de Brusselsche Galeye, het Schip genaemt Oostenrijk, en het gene gevoert wordende door de Capiteyn La Marveillie.

 

WE SCHRIJVEN  1721:

 

Op den 13 February 1721 zyn dry groote Schepen, met naeme het Huys van Oostenryck, Vlaenderen, en S. Joseph, uyt Oostende naer Oost-Indien uytgeloopen, alswanneer het gene met naeme den Marquis Delcampo van Suratte is wedergekeert.

 

WE  SCHRIJVEN  1722:

 

De Hollanders bemerckende, dat de Vlamingen door den goeden uytval van hunne Zee-vaert naer de Oost-Indien aengemoedigt, dagelyckx meer en meer begonden hunnen koophandel voort te setten, begonden te vreesen, dat sulcken seer aenmerckelycke schade soude toebrengen, aen de Oost-Indische Compagnien in de vereenigde Provincien opgerecht.  Hier om trachten sy op alle middelen het Keyserlyck Hof te voorkomen, ten eynde desen Koophandel te voorkomen,  ten eynde desen Koophandel aen de Vlamingen soude ontnomen worden.  Alle des asjonstige poogingen waeren nochtans vruchteloos, want verre van eenige inleydinge te vinden, hebben de Oostenryckse Nederlanders by het Hof van Weenen, so veel uytgewerckt, dat syne Keyserlycke en de Catholycke Majesteyt, aen deselve, op den 19 December 1722 verleent heeft een Octroy,  tot het oprechten eene Compagnie, voor den tydt van dertigh achter- een –volgende jaeren, geduerende de welcke sy in vollen vrydom, de Oost- ende West-Indien souden mogen bevaeren. Tot het bestieren van dese Compagnie, soo in Brabandt, als in Vlaenderen aengestelt, ende aldus wierdt desen Koophandel soo deftig voortgeset, niet jegenstaende men van den Hollandschen Kant verscheyde, geschriften sag uytkomen, al of den Zee-vaert op Oost-Indien, aen de Vlamingen, volgens het Tractaat  van Munster, soude verboden zyn; maer dese voorgevingen wierden van de anderen kant met goede bewysen wederleydt.

 

WE SCHRIJVEN  1724 :

 

Terwylen den Zee-vaert op China, Suratte en de Moka, tot Oostende geduerig voortgeset wierdt, trachtte men de voordelen daer af komende door geheel het Land oock te verbreyden; daerom hadden die van de Wetachtige Kamer van Commercie binnen  Brugge, reeds ten jaere 1722, in de maendt van September, eene Requeste gepresenteert aan d’Heeren Geestelycke, en de Leden der Provincie van Vlaenderen, ten eynde deselve van de Majesteyt souden believen te versoecken een last-geldt, van een half ten honderden, op alle de goederen langst het water inkomende, binnen de Oostenrycksche Nederlanden, met verlof om hierop te mogen lichten de noodige penningen, met de welcke men de Vaerden van Gendt op Brugge, ende van daer voorts naer Oostende, soude mogen verdiepen tot op hunnen ouden grondt.

Dit Octroy hebben sy op den 24 Febraury 1724 verkregen. Dit werck wierdt begonst aen Oostende, van daer naer Brugge afsackende, ende was met het delven van den Kom, alleenelyck ten jaere 1727 voltrocken, aliwanneer het water op den 11 November van het selve jaer, daer binnen gelaeten wierdt

 

 

                    =================  ==========  ==============

 

Toelichting:  OOSTENDSE  COMPAGNIE

 

Vanaf 1715 werden, met instemming van de Oostenrijkse overheid en onder Keizerlijke vlag, schepen uitgezonden naar Azie om daar handel te bedrijven.

Deze schepen werden uitgerust door kapitaalkrachtige reders, kooplieden, handelshuizen en bankiers afkomstig uit Gent, Oostende, Brugge en Antwerpen.

 

In december 1722 werd door een keizerlijk Octrooi  van Karel VI de Oostendse Compagnie opgericht.

 

Door het Verdrag van Wenen werd op 16 Maart 1731 de Oostendse Compagnie verboden en in 1734 geliquideerd.

Engeland, de Noordelijke Nederlanden en Frankrijk eisten opheffing van deze Compagnie omdat deze een geduchte en succesvolle concurrent voor hen was.

 

Toekchting:   HANDELSPRODUKTEN   OOSTENDSE COMPAGNIE

 

De Oostendse Compagnie was zeer succesvol in het op de Europese markt brengen van : koffie uit Mocha ( Jemen), peper vanaf de Indiase Malabarkust; textielwaren uit heel India: Tranquebar, Goa en Surat; thee, zijde en porselein uit Kanton, China.

 

Toelichting:  HANDELSSCHEPEN van de OOSTENDSE  COMPAGNIE.

                     ( Schepen welke in dit artikel worden vermeldt )

 

BRUSSELSCHE  GALEYE:

De eigenaren van dit schip  waren afkomstig uit Oostende en Londen.

Het was een schip van ca. 240 ton met een bemanning van 60 koppen en bestemming Kanton in China.

Het schip vertrok in 1719 en kwam retour in 1720 na een reis, inclusief verblijf in China , van ca. 500 dagen.

 

HUYS van OOSTENRYCK;

Eigenaren waren Antwerpse- en Amsterdamse kooplieden. Het was een schip van ca. 420 ton, 70 bemanningsleden en 24 stuks geschut. Het schip was in 1719 vertrokken en kwam in 1720 weer retour na een reis van 512 dagen, met bestemming Kanton. De lading die ze meebracht leverde een winst op van ca. 85 %.

 

CAPITEYN  de  MARVEILLE;

Deze heer was kapitein op den “ KEYSER   CAROLUS  VI’; met  een bemanning van ca. 140 leden; uitgerust met 52 stuks (!) geschut en mat ca. 450 ton. De financiers waren afkomstig uit Oostende en brugge.

Het schip vertrok in 1718 naar India, bestemming  India  :   de  ;Malabar- en Coromandelkust. De totale heen-  en retourreis bedroeg ca. 750 dagen;  in 1720 arriveerde ze weer in Ooostende.

De meegebrachte koopwaren  leverden verlies op

 

.

HUYS van OOSTENRYCK;  VLAENDEREN  EN  S. JOSEPH;

 

In 1721 vertrok het “Huys van Oostenryck”, richting Kanton en kwam weer retour met een grote, winstgevende, lading, na een reis van ca. 465 dagen. Tegelijk met hem vertrok de “Vlaenderen” ( of “Flandria”) ook richting Kanton, maar dit schip leverde 100% verlies op doordat het tijdens deze reis geconfisqeerd werd, op last van de Amsterdmse Admiraliteit.

Als derde schip zeilde de S( int ) Joseph uit, een schip van ca. 400 ton, 28 stuks geschut en 75 bemanningsleden, met  eveneens Kanton als bestemming.

Na 502 dagen werd de  lading in Oostende afgeleverd waarop  een  winst van meer dan 50 % werd geboekt.

 

Toelichting:   DIRECTEUREN   van de OOSTENDSE  COMPAGNIE:

 

De plaatsvervangend landvoogd en gevolgmachtigd Oostenrijkse minister, aangesteld door de Oostenrijkse Aartshertog en Keizer Karel VI benoemde zeven directeuren: uit Antwerpen: De Pret, Proli en de Coninck, uit Gent: Maelcamp, Baut, Kempe en Ray. In de eerste jaren van de Compagnie waren de beleidsmakers de heren Ray, de Pret en Maelcaemp. Proli was een belangrijke bankier en financier voor de Compagnie

 

Toelichting :  TRACTAAT  (  VREDE  )   van   MUNSTER

 

Op 30 januari 1648 werd het ontwerpverdrag voor de Vrede van Munster ondertekend.

Dit verdrag betekende het einde van de 80-jarige oorlog tussen de “opstandelingen in de Nederlanden”, onder aanvoering van Prins Willem van  Oranje en Spanje. En wordt de Republiek door Spanje als onafhankelijke Staat erkend.

Op 15 Mei 1648 wordt het definitieve Verdrag getekend.

De forten Loefkenshoek en Lillo, bij Antwerpen, blijven in handen van de “Staatsen”, deze forten mogen niet worden geslecht, wat een officiele afsluiting van de Schelde van en naar Antwerpen voor het zeevaart verkeer betekent.

 

Toelichting:  VERENIGDE  OOSTINDISCHE   COMPAGNIE

 

De VOC, de Verenigde Oostindische Compagnie was een van de eerste multi-nationals ter wereld. Bijna 200 jaar, tot 1 maart 1796, heeft deze Compagnie handel gedreven in Azie vanuit een vrijwel onbetwiste monopoliepositie.

De Aziatische producten werden vaak, in felle concurrentie met andere Europese Oostindische Compagnieen, op de Europese markt aangevoerd.

De Portugezen werden door de VOC  van de Indiase Malabar-, en  Coromandelkust, Ceylon en Malakka  verdreven.

De Nederlandse kooplieden ondervonden groeiende concurrentie van de Engelsen, Fransen, Denen en ook van de Oostenrijkse Vlamingen in India.

 

LITERATUUR

 

Jaer-boeken der Stadt Brugge, behelsende de Gedenckweerdigste Geschiedenissen Dewelcke soo binnen de selve Stadt, als daer omtrent, voorgevallen zyn, sedert haere eerste beginselen tot den jegenwoordigen tydt toe.

By-een vergaert uyt menigvuldige Schryvers, door Jonker Charles Custis, Heere van Calvoorde, oudt Schepen der selve Stadt.

Tweeden Druck

Door den Auteur gecorrigeert, ende van meer als een derde vermeerdert.

Derde Deel

Tot  Brugge, by Joseph van Praet, Drucker ’s Landts van den Vryen, 1765.

 

Oostende & Co. Het verhaal van de Zuid-Nederlandse Oost-Indievaart 1715 – 1735; auteur: Jan Parmentier, Ludion, uitgave n.a.v. tentoonstelling “Oostende & Co. “ in Oostende 2003.

 

De Geschiedenis van de VOC door Femme S. Gaastra,  Wal burg  Pers ,   Zutphen 2002

 

Geld door de Eeeuwen heen; geschiedenis van het Geld in de Lage Landen door B. van Beek, H. Jacobi en M. Scharloo;

Pampus Associates, Amsterdam 1984

 

De Nederlandse Munten ; Dr. H. Enno van Gelder, Aula, Spectrum 1965

 

 

 

 

 

.


E-mailen
Bellen